Bestaat er onenigheid ter zake een overeenkomst dan staan wij u uiteraard ook bij. Heeft u een ondeugdelijk product geleverd gekregen? Of heeft u een geschil over een tekortkoming in de nakoming van uw overeenkomst en wilt u weten wat uw rechten zijn? En wat u kunt ondernemen om alsnog nakoming te vorderen? Ook in zulke gevallen kunnen wij u helpen. In de breedste zin des woord kunnen wij u van dienst zijn ter zake het overeenkomstenrecht.
Het overeenkomstenrecht is een bijzonder breed begrip. Onderstaand treft u enkele karaktereigenschappen aan van het overeenkomstenrecht:
Contractsvrijheid: in beginsel is iedereen vrij om te contracteren met wie hij of zij wil en geldt er contractvrijheid voor wat partijen willen afspreken (uiteraard behoudens bij wet verboden afspraken of afspraken die op een andere manier in strijd zijn met de goede orde);
Verbindende kracht: partijen zijn gebonden aan wat zij met elkaar hebben afgesproken;
Relativiteit: overeenkomsten scheppen in beginsel alleenrechten en plichten tussen de partijen die bij een bepaalde overeenkomst betrokken zijn.
Zoals u kunt lezen, staat er in de bovenstaande hoofdregels een aantal mitsen en maren. Er zijn natuurlijk een aantal uitzonderingen op de hoofdregels.
Een overeenkomst komt volgens artikel 6:217 BW tot stand door een aanbod en aanvaarding van dat aanbod. Zo’n aanbod of aanvaarding is gebaseerd op een verklaring (of gedraging) van iemand en die verklaring moet als doel hebben een bepaald rechtsgevolg in te roepen. De wilsverklaring is vormvrij en kan soms zelf stilzwijgend plaatsvinden. Een aanbod en aanvaarding is een rechtshandeling. Een rechtshandeling is een handeling met een beoogt rechtsgevolg. Met andere woorden beoogt iemand bij aanvaarding van een overeenkomst een bepaald rechtsgevolg. Het sluiten van de overeenkomst dus. Die voor u rechten en verplichtingen zullen scheppen.
Hierbij is de vraag of hetgeen is overeengekomen daar ook feitelijk handeling aan is gegeven. Zoals u heeft gelezen is een wilsverklaring vormvrij. Als u bijvoorbeeld met een zakenpartner een mondelinge overeenkomst heeft gesloten en uw zakenpartner geeft feitelijk handeling aan het overeengekomen dan kan dat in zijn algemeenheid worden beschouwd als een aanvaarding. Er is dus een overeenkomst tot stand gekomen. Vaak is het afhankelijke van de feiten en omstandigheden in uw kwestie om te kunnen oordelen of er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen. ‘Vaak is het uiteraard niet slim zakelijke afspraken mondeling af te doen.
De wet geeft u een aantal middelen om een overeenkomst te beëindigen. De wet spreekt niet over beëindigen veelal over ontbinding of vernietiging van een rechtshandeling.
Vernietigen en ontbinden zijn de juridische wegen naar beëindiging van uw overeenkomst. Een overeenkomst kan natuurlijk ook worden beëindigd omdat u voldaan heeft aan uw tegenprestatie. Daarbij kunt u denken aan het betalen van een geldsom voor het geleverde product dat u heeft besteld. Maar wat nou als het geleverde niet voldoet aan uw eisen?
De wet biedt voor u een oplossing. Als er sprake is van consumentenkoop (u koopt een product bij een persoon of bedrijf die handelt als een bedrijf) en het geleverde voldoet niet aan de eisen die u mocht verwachten dan kunt u een schadevergoeding eisen. Uit 7: 24 BW en 7:21 BW blijkt dat u respectievelijk recht heeft op een schadevergoeding als het geleverde niet de eigenschappen bezit die u op grond van de overeenkomst mocht verwachten en recht heeft op correcte nakoming.
Alvorens u deze rechtsmiddelen kunt aanwenden dient u eerst een aanmaning of ingebrekestelling te sturen en aan de verkoper kenbaar te maken welke gebreke u heeft geconstateerd, om zo aan de verkoper te vorderen dit gebrek weg te nemen, dan wel te verhelpen. De wet stelt ook nog enkele vermoedens waarbij er wordt vermoed dat het product niet voldoet aan de eigenschappen en dus het geleverde non-conform is. Als het gebrek zich binnen 6 maanden openbaart zegt de wet: hier is sprake van non-conformiteit. Voor u als koper is dit natuurlijk gunstig, de verkoper moet dit kunnen ontkrachten. De bewijslast rust bij de verkoper!
Een nietige overeenkomst is rechtens nooit tot stand gekomen(oftewel het heeft nooit bestaan), omdat
In strijd zijn met de wet of de goede zeden of openbare orde. Bijvoorbeeld een overeenkomst dat u iemand wilt liquideren. Dit is immers in strijd met de wet (Artikel 289 van het Wetboek van Strafrecht). Een vernietigbare overeenkomst is wel tot stand gekomen en blijft geldig tot dat u een beroep heeft gedaan op een wilsgebrek of wilsontbreken.
Als een overeenkomst tot stand is gekomen onder bedreiging, bedrog, misbruik van omstandigheden of dwaling, dan kunt u de overeenkomst vernietigen. Men schaart deze vernietigingsgronden ook wel onder de wilsgebreken.
Er is juridisch gezien sprake van bedreiging als iemand wordt aangezet tot het sluiten van een overeenkomst door die persoon of een derde onrechtmatig met nadeel te bedreigen. Hierbij kunt u denken aan bedreiging met fysiek of psychologisch geweld met als doel iets te krijgen waarop iemand geen recht op heeft.
Om te spreken van bedrog moet een persoon iemand anders “aansporen” tot het sluiten van een overeenkomst, waarbij die persoon opzettelijk a) onjuiste mededelingen doet, b) onterecht iets belangrijks verzwijgt of c) een andere “kunstgreep” pleegt. Een mooi voorbeeld is de kilometerteller van een auto terugdraaien. Dit is een kunstgreep die kan worden beschouwd als bedrog. Uit de praktijk blijkt het overigens lastig te zijn het terugdraaien van de kilometerstand te bewijzen. Uiteraard niet onmogelijk.
Bij misbruik van omstandigheden in de zin van artikel 3:44 BW moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden (Een demente vrouw een contract laten tekenen met de kennis dat ze niet weet wat zij tekent) of dwang en het misbruik daarvan heeft tot gevolg dat de persoon die bewust wordt aangezet om een overeenkomst te sluiten niet meer helemaal kan overzien of die handeling wel in zijn of haar eigen belang is.
Er is sprake van dwaling als een overeenkomst wordt gesloten onder een onjuiste voorstelling van de zaken. Misschien verkeerde u in de veronderstelling dat u bijvoorbeeld maar voor een maand een fitnessabonnement heeft afgesloten, terwijl dat niet zo is. Dan heeft u gedwaald. De overeenkomst is te vernietigen als bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst niet zou zijn gesloten en kort gezegd: de dwaling komt door een (onjuiste) inlichting van de ander (actief handelen), de ander heeft iets verzwegen wat hij eigenlijk had moeten melden (passief handelen of nalaten) of allebei de partijen hadden een onjuiste voorstelling van zaken.
Gaat u een overeenkomst aan of wilt u er juist vanaf? Heeft u een geschil? Neem vrijblijvend contact op met een van onze juristen.